Spreekwoorden en gezegden

SPREEKWOORDEN, UITDRUKKINGEN EN GEZEGDEN

 

 

De bezem in de mast voeren.

Heer en meester zijn op zee.

 

Over de bezem getrouwd zijn.

Samenwonen zonder getrouwd te zijn.

 

Er de bezem doorhalen.

Een goede schoonmaakbeurt houden.

 

Daar steekt de bezem uit.

Daar wordt overvloedig drank en eten opgedist.

 

Maak eens een bezem van je schrobber.

Je moet niet over je heen laten lopen, ook al ben je niet belangrijk.

 

Vele haarkens maken een borstel.

Als je iedere dag iets opzij zet, zul je op den duur toch een hoop hebben.

 

Ieder maakt het schoon voor zijn deur.

Iedereen probeert de schuld altijd bij een ander te leggen.

 

Als ieder zijn vloer keert is het in alle huizen schoon.

Als iedereen zijn eigen slechte eigenschappen zou verbeteren dan zou de wereld er een stuk prettiger op zijn.

 

Dat kan wel een kwastje mogen hebben.

Dat mag wel eens geverfd mogen worden.

 

Alles op haren en snaren zetten.

Je uiterste best voor iets doen.

 

De plaat poetsen.

Er vandoor gaan, weglopen, zich uit de voeten maken.

 

Iemand uit de loog borstelen.

Iemand nieuwe kleren geven.

 

Als de ene hand de andere wast worden ze beide schoon.

De taak wordt gemakkelijk als je elkaar helpt.

 

De kans schoon zien.

Van de gelegenheid gebruik maken.

 

Ieder moet zijn eigen stoep schoonvegen.

Ieder moet zijn eigen problemen oplossen zich afvragen of hij zelf schuldig is.

 

Zijn eigen straatje vegen.

Zijn eigen werk doen.

 

Nieuwe bezems vegen schoon, maar oude bezems kennen alle hoeken en gaten.

Nieuwe medewerkers (of leiders) pakken de zaken grondig aan, maar oude medewerkers (of leiders) weten hoe het moet op grond van ervaring.

 

Niet brandschoon zijn.

Dingen misdaan hebben.

 

Schoon genoeg hebben van.

Meer dan genoeg hebben van, een hekel hebben aan.

 

Schoon schip maken.

Schulden betalen, de boel opruimen, na ruzie/problemen samen er uit komen en het verleden laten rusten.

 

Dweilen met de kraan open.

Geen kans op succes hebben, omdat men de symptomen bestrijdt zonder de oorzaak aan te pakken.

 

Ai heide vreet, kuj bessems scheiten.

Als je heide eet, kun je bezems poepen.

 

De één scheert het varken, de ander het schaap.

Niet weten hoe iets winstgevend aan te pakken of het goede voorbeeld te volgen.